KSEG Help

Inhoudsopgave:

Aan de slag
Introductie
Het selecteren
Construeren
Transformeren
Meten en berekenen
Bewerken en reconstrueren
Weergaven en het exporteren van afbeeldingen
Macro's

Aan de slag

Nadat je de volgende stappen hebt gevolgd, beheers je waarschijnlijk de basisvaardigheden om KSEG te kunnen gebruiken. Je kan daarna zelfstandig verder spelen met het programma. Om meer geavanceerde mogelijkheden te ontdekken moet je eigenlijk de hele documentatie doorlezen.
  1. Start KSEG. Je ziet een wit vlak omringd door werkbalken, scrollbalken, menu en een statusbalk.
  2. Om een punt A te construeren, druk met de rechtermuisknop op het witte tekenvlak waar je het punt wil hebben.
  3. Houd SHIFT ingedrukt terwijl je ergens anders een nieuw punt B construeert. Punt A is dan nog steeds geselecteerd omdat je SHIFT ingedrukt hield. Punt A en B zijn dus nu beide geselecteerd.
  4. Kies "Nieuw/Cirkel door middelpunt en punt" uit het menu. Dit construeert een cirkel met middelpunt A en gaat door punt B. De cirkel wordt automatisch geselecteerd, punt A en B worden echter gedeselecteerd.
  5. Selecteer punt B door er met de linkermuisknop op te klikken (dit zal de cirkel deselecteren). Houd daarna SHIFT ingedrukt om daarna ook punt A te selecteren.
  6. Kies weer "Nieuw/Cirkel door middelpunt en punt" uit het menu. Nu zal er een cirkel geconstrueerd worden met middelpunt B (je selecteerde die tenslotte het eerste) en door A gaat.
  7. Houd SHIFT ingedrukt en selecteer de eerste cirkel door er op te klikken. Beide cirkels zijn nu geselecteerd.
  8. Kies "Nieuw/Snijpunten" uit het menu. KSEG construeert nu twee punten waar de cirkels elkaar snijden. De punten zijn allebei geselecteerd.
  9. Kies daarna uit het menu "Nieuw/Lijn" zodat er een middelloodlijn is geconstrueerd van A en B.
  10. Als je nu punt A versleept met de linkermuisknop, krijg je al een aardig idee van wat KSEG eigenlijk doet.
Natuurlijk is dit niet de beste manier om een middelloodlijn te construeren met KSEG, maar het is puur om te laten zien hoe het construeren en selecteren van objecten te werk gaat.

Terug naar boven

Introductie

KSEG is een hulpmiddel dat ontworpen is om gemakkelijk bepaalde geometrische eigenschappen te bekijken en te verkennen. Bijna iedere keer wanneer ik er voor ga zitten om met KSEG te spelen, ontdek ik een nieuwe eigenschap die ik nog niet eerder wist.

Met KSEG is het mogelijk om een dynamische constructie te maken door een aantal punten te maken om ze vervolgens te gebruiken voor de constructie van andere objecten, zoals lijnen en cirkels. Je kan vervolgens de punten verslepen om te zien hoe de totale constructie daarop reageert. KSEG biedt natuurlijk veel meer, maar dit is het belangrijkste idee achter het programma.
Ik gebruik het ook om geometrische diagrammen te maken in hoge kwaliteit om het in LaTeX te gebruiken. Ik denk dat het de makkelijkste manier is om het KSEG af te laten drukken in een .ps-bestand, het om te zetten in EPS, bijwerken in XFIG en vervolgens exporteren naar het PS/LaTeX formaat.

Geometrische objecten

Punten, lijnen, metingen, berekeningen, loci, enz. zijn allemaal "geometrische objecten". Een geometrisch object kan afhankelijk zijn van andere objecten. Als je bijvoorbeeld twee punten construeert om ze vervolgens met een lijn te verbinden, dan is de lijn afhankelijk van de punten. Wanneer je een punt versleept, zullen alle objecten die van dat punt afhangen opnieuw berekend en getekend worden. Wanneer je een afhankelijk object versleept, zal een geavanceerd algoritme bepalen welke objecten ook verplaatst moeten worden om zo de gewenste beweging te krijgen.

Een geometrisch object hoeft niet noodzakelijk te "bestaan", in geometrisch perspectief gezien. Zoals je misschien in de introductie zag, hoeven de snijpunten van twee cirkels niet altijd te bestaan, namelijk in het geval dat de cirkels elkaar niet snijden. Wanneer je ze weer dichter op elkaar schuift zul je de punten ook weer in beeld zien. Objecten die van zulk type objecten afhangen zullen dan ook verdwijnen (met uitzondering van een locus, voor meer informatie hierover staat verder in dit document). Dus maak je niet druk als ineens een groot deel van je constructie verdwijnt na het verplaatsen van een object, want als je het weer terugsleept zal alles terug in beeld komen.

Terug naar boven

Het selecteren

Om nieuwe objecten te kunnen construeren, moet je normaal gesproken enkele bestaande objecten selecteren. Hiervoor gelden de volgende regels: Wanneer je op een plek klikt waar zich meer dan 1 object bevindt, wordt het allemaal wat moeilijker (voor KSEG in ieder geval, want voor de gebruiker zou het duidelijk moeten zijn). Objecten hebben een selectievolgorde: eerst de punten, dan de bogen, tekst en loci en tenslotte de gevulde objecten. Als er objecten zijn met een hogere rang aangewezen worden, worden objecten met een lagere rang genegeerd. Als er objecten van dezelfde rang op elkaar liggen, kan je door er meerdere malen op te klikken de selectiemogelijkheden bekijken. De statusbalk is een goede plaats om te zien wat er gebeurt als je een object zal aanklikken.

Selectiegroepen

Een selectiegroep is een krachtigere manier om meerdere objecten te selecteren. Je vertelt KSEG dat je een aantal objecten wil groeperen om vervolgens de selectie met die objecten eenvoudiger te maken. Wanneer je naar "Bewerken/Selecteer groepen" gaat, krijg je het selectievenster te zien (gekoppeld aan een document). Hier zie je een lijst met alle selectiegroepen die je op het moment voor dit document beschikbaar hebt, met daarbij de ingebouwde selectiegroepen. De laatste zijn gemarkeerd met een sterretje, er is voor ieder type object een groep dat alle objecten van dat type selecteert.

Wanneer je een selectiegroep selecteert (of meerdere) in de lijst, en vervolgens klikt op "Selecteer", zullen alle objecten van dat type geselecteerd worden. De rest wordt gedeselecteerd. "Deselecteer" zal alle objecten van het geselecteerde type in de lijst deselecteren. Indien je meer dan één object geselecteerd hebt zal de "Nieuwe groep"-knop geactiveerd zijn. Als je dit selecteert zal er een nieuwe selectiegroep aangemaakt worden van de geselecteerde objecten.
Ingebouwde selectiegroepen kunnen niet verwijderd worden.

Het vinkje bij "(De)selecteer onzichtbare objecten" heeft alleen invloed op de ingebouwde selectiegroepen. Wanneer het vakje leeg is (standaard), zal de selectiegroep "Alle punten" alleen de zichtbare punten selecteren. Wanneer dat vakje aangevinkt is, zal het ook de verborgen punten selecteren. Niet-ingebouwde selectiegroepen (de)selecteren alle objecten die ze bevatten, inclusief de verborgen objecten.

Een (niet-ingebouwde) groep kan leeg raken als alle objecten verwijderd worden (bijv. Ongedaan maken"). Deze groepen worden gemarkeerd met een minteken, maar worden niet automatisch verwijderd (omdat Ongedaan maken/Opnieuw de verwijderde objecten weer nieuw leven kunnen inblazen). Maar houd er rekening mee dat lege groepen niet worden bewaard in het document.

Terug naar boven

Construeren

Wanneer er nieuwe objecten worden geconstrueerd, zijn ze meteen geselecteerd en alle andere objecten worden gedeselecteerd. Uitgezonderd is dat een punt werd geconstrueerd met de SHIFT-knop ingedrukt.

Punten

Daarnaast zijn er nog twee andere soorten punten: eindpunten en middelpunten. Deze zijn vooral bruikbaar bij het maken van Macro's. Als je bijvoorbeeld een lijnstuk hebt maar geen eindpunten of een cirkel zonder middelpunt. Om een eindpunt(en) te construeren van een lijnstuk, halve lijn of een boog, selecteer "Nieuw/Eindpunten". Om een middelpunt te construeren van een cirkel of boog, kies dan "Nieuw/Middelpunt".

Lijnstukken

Er is maar één manier om een lijnstuk te maken: selecteer twee of meer punten en kies "Nieuw/Lijnstuk(ken)". Wanneer er twee punten geselecteerd zijn zal er maar één lijnstuk geconstrueerd worden. Wanneer n > 2 punten geselecteerd zijn, dan zullen er n lijnstukken geconstrueerd worden.

Halve lijnen

Lijnen

Cirkels

Bogen

De enige manier om een boog te construeren is het selecteren van drie punten en vervolgens naar "Nieuw/Boog door drie punten" te gaan.

Loci

Een locus is een geometrisch object dat de baan van een ander geometrisch object representateert (het gereden object) wanneer een ander punt op een lijn of boog beweegt (de bestuurder). Om een locus te construeren, selecteer je het punt dat op een lijn of boog ligt en dan het afhankelijke punt waarvan je de baan wil tekenen. Het gereden object kan een punt, een lijn of boog of zelfs een andere locus zijn (maar dit maakt het hele proces erg traag). Een locus kan bestaan als het gereden object niet bestaat, omdat het object kàn bestaan wanneer de bestuurder zich in een andere positie bevindt.

Op deze manier kan je bijvoorbeeld een parabool construeren: Je hebt een punt V op een lijn l dat zich vrij kan bewegen op deze lijn (de bestuurder). Daarnaast is er nog een vrij punt F dat het brandpunt is van deze parabool. Construeer lijn FV en teken de middelloodlijn van dat lijnstuk. Construeer ook een loodlijn door de lijn l en punt V. Het snijpunt P van de zojuist geconstrueerde loodlijnen is het gereden object. Wanneer je V over de lijn sleept, zie je dat V de baan van een parabool aflegt. Om deze parabool te tekenen, selecteer je eerst V en dan P en ga je naar "Nieuw/Locus".

Omdat een locus een oneindige reeks van geometrische objecten is, kan KSEG het niet volledig nauwkeurig berekenen en tekenen. Daarom benadert KSEG de locus. Door te dubbelklikken op de locus kan je de nauwkeurigheid veranderen door de waarde te verhogen of door "Bewerken/Verander aantal samples". Het is een speciaal geval als het gereden object een punt is. In dit geval zal KSEG automatisch de punten verbinden en een alternatief algoritme inzetten die tracht de locus vloeiend en nauwkeurig te tekenen. Het aantal samples hoeft dan niet altijd te gelden, het algoritme kan zelf bepalen wanneer een locus goed genoeg is en stoppen. Dit algoritme geeft veel beter uitziende loci vergeleken met andere programma's die ongeveer hetzelfde doen als KSEG.

Gevulde objecten

Terug naar boven

Transformeren

KSEG maakt het mogelijk om bepaalde translaties uit te voeren op geometrische objecten. De algemene wijze van handeling is het kiezen van enkele objecten en vervolgens een translatie kiezen uit het Translatie-menu. Dan kies je een ander object en voert de translatie uit, ook d.m.v. het Translatie-menu. Nieuwe objecten worden aangemaakt volgens de translatie. Hier zijn de details:

Het kiezen:

De objecten worden gemarkeerd met een geelgekleurd object om te laten zien wat een bepaalde translatie uit zal voeren. Als je deze markeringen weg wil hebben (bijv. voor screenshots) ga naar "Translatie/Wis aangemaakte hulpstukken". Deze objecten worden niet afgedrukt. Omdat je bij het definiëren van een hoek of verhouding een meting of berekening aan kan klikken, is het mogelijk om constructies te maken die onmogelijk zijn met een passer of liniaal. Je moet hierbij wat voorzichtig zijn, maar het kan ook leuk zijn. Het coord.seg-bestand laat bijvoorbeeld zien hoe je met KSEG parametrische krommen kan maken als loci.

Terug naar boven

Meten en berekenen

Je kan bepaalde geometrische grootheden meten met KSEG en er berekeningen mee uitvoeren. De afstands-eenheden zijn in pixels en de hoeken gegeven in graden. Je kan het volgende meten: Het is mogelijk om meerdere metingen te combineren in een berekening. Om een berekening te maken, ga naar "Meting/Bereken..." of dubbelklik op een bestaande meting. Wanneer je de menu-optie kiest, is de berekening leeg. Wanneer je dubbelklikt, zal de betreffende meting automatisch in de berekening opgenomen worden. In beide gevallen zal het rekenscherm in beeld komen waar je een formule kan opstellen. Wanneer je dubbelklikt op een berekening, is het mogelijk om die te bewerken.

De functie "Ongedaan maken" in de formule editor staat compleet los van de "Ongedaan maken"-functie in de rest van KSEG. Wanneer het rekenvenster gesloten wordt zijn alle stappen in het rekenvenster verloren gegaan.

Binnenin de berekening kan je nummers en functies invoeren. De werkbalk biedt verschillende bewerkingen. De volgende functies kunnen ook handmatig getypt worden:

sqrt, log, exp, floor, ceil, fabs, sin, cos, tan, sinh, cosh, tanh, asin, acos, atan, asinh, acosh, atanh

Let er op dat de bovenstaande functies werken in radialen, in tegenstelling tot de metingen en translaties die in graden weergeven worden. Ik weet het, het is niet geweldig, maar de enige manier om dit te verhelpen is om ondersteuning toe te voegen van eenheden.

Tenslotte kan je ook metingen aanklikken in het KSEG-venster wanneer het rekenvenster nog open is. Je kan niet op een berekening klikken die je op dat moment al aan het berekenen bent.

Ik moet zeggen dat dit het gedeelte is van KSEG waar ik het minst tevreden over ben. Er is geen ondersteuning voor fatsoenlijke eenheden en de berekeningen zijn nogal onhandig. Daarnaast is de formule-code 'lelijk' en langzaam (en bevat nog bugs ook).

Terug naar boven

Bewerken en reconstrueren

Opmaak van objecten en labels

Je kan opgeven hoe je een bepaald object wil laten tekenen door het te selecteren om vervolgens naar "Bewerken/Kleur", "Bewerken/Lijntype", "Bewerken/Puntdikte" of "Bewerken/Lettertype" te selecteren. Wanneer je naar een van deze menu's gaat zonder een object te selecteren, kan je de standaardinstellingen van de opmaak veranderen. Deze eigenschappen vind je niet in de werkbalken, maar je kan ze toch altijd in het scherm hebben door bij het betreffende menu op de gestippelde streep te klikken. Het menu wordt losgekoppeld en is nu altijd in beeld.

Punten en verscheidene lijnen hebben labels die weergeven kunnen worden (ze zijn standaard verborgen). Je kan ze tevoorschijn halen door "Bewerken/Laat labels zien". Ze kunnen bewerkt worden door op zo'n label te klikken en dan naar "Bewerken/Bewerk label" of door op het betreffende label te dubbelklikken. Het is ook mogelijk om labels sub- en superscripten te geven als je dat weet uit te vinden :-) Je kan de labels verslepen ten opzichte van het object waar ze naar verwijzen.

Reconstrueren

Niets is zo frustrerend wanneer je een half uur hebt besteed aan een geavanceerde constructie en er dan pas achter komen dat je in het begin een klein foutje hebt gemaakt. KSEG's reconstructie-mechanisme maakt het mogelijk om dit soort dingen makkelijk te laten repareren. Om een punt te reconstrueren, houd CTRL ingedrukt, en sleep met de linkermuisknop het punt naar een ander object waar je het eigenlijk wilde hebben.

Voorbeeld: Stel je wil bij een driehoek ABC een punt binnen de driehoek vinden waar een hele lange constructie voor nodig is. Maar nu wil je ook onderzoeken hoe zo'n punt werkt als de driehoek gelijkbenig is (AB=BC). Je kan dit onderzoeken zonder de hele constructie opnieuw uit te voeren. Teken twee cirkels met middelpunt A door B en met middelpunt B door A. Vervolgens houdt je CTRL ingedrukt en sleep C naar het snijpunt van de cirkels en laat de muisknop los. Nu ligt C op het snijpunt.

Dus:

Dit is natuurlijk allemaal ongedaan te maken door CTRL+Z te drukken of "Bewerken/Ongedaan maken". De statusbalk onderaan het scherm doet zijn best om je zo goed mogelijk te informeren wat er zal gebeuren als je een punt ergens naar toe zal slepen.

Soms laat KSEG niet elke reconstructie toe. Je kan bijvoorbeeld een punt niet verslepen op objecten die afhankelijk van dat punt zijn. Ook kan je geen punt slepen op een locus waarvan dat punt de 'bestuurder' is. Daarnaast zijn er nog complexe regels bij het maken van macro's, om te voorkomen dat je macro onmogelijk wordt. Je kan bijvoorbeeld een gegeven punt niet naar een definitief punt slepen. Indien je het toch voor elkaar krijgt om een onmogelijke constructie te maken, laat het dan weten.

Terug naar boven

Weergaven en het exporteren van afbeeldingen

Weergaven schuiven en zoomen

Om een beter beeld te krijgen van je constructie, maakt KSEG het mogelijk om in- en uit te zoomen en door de constructie te schuiven. Om te zoomen, ga naar "Beeld/Zoomen". The muiscursor verandert in een vergrootglas (indien je je op het tekengebied bevindt). Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep naar boven of beneden om resp. in of uit te zoomen. Je zoomt in op het punt waar je de muisknop hebt ingedrukt. Wanneer je loslaat, verandert de cursor weer in een normale pijl. De huidige vergroting wordt altijd weergeven in de statusbalk. Ondanks het feit dat je inzoomt, blijven punten, lijndikte en lettertypes op dezelfde grootte. Het schuiven werkt ongeveer hetzelfde als zoomen. Houd de muis ingedrukt en sleep het veld. Je kan ook slepen door met de middelste muisknop te slepen.

Als je naar "Beeld/Passend inzoomen" gaat, zal KSEG het beeld automatisch zodanig aanpassen, dat de constructie precies in beeld past. Als je kiest voor "Beeld/Oorspronkelijk zoomniveau (100%)", zal KSEG de vergroting weer 100% worden en wordt het beeld naar de oorsprong verschoven.

Meerdere weergaven

Om een nieuw beeld te maken van je huidige constructie (in een nieuw venster), ga naar "Beeld/Nieuw beeld". Er verschijnt een nieuw venster. Schuiven en zoomen zal andere weergaven niet beïnvloeden, maar veranderingen aanbrengen in het document of het selecteren van objecten worden in alle weergaven doorgevoerd. Als je dus bijvoorbeeld een punt versleept in een beeld, zie je het ook in alle andere weergaven verschuiven.

Exporteren van afbeeldingen

Je kan de inhoud van de huidige weergave exporteren naar een grafisch bestand (in enkele veel gebruikte formaten). Om dit te doen, ga naar "Beeld/Exporteren naar afbeelding". Een venster komt tevoorschijn om het bestandsformaat te kiezen en eventueel de mogelijkheid om op hogere kwaliteit op te slaan. Klik op OK en kies het bestand dat je kan opgeven in het dialoogvenster. Het formaat van de afbeelding is hetzelfde als het formaat van de huidige weergave.

Als je voor "Hoge kwaliteit" kiest, zal KSEG meer tijd nemen om te exporteren, maar het plaatje wordt ontkarteld en getekend met subpixel-precisie. Deze optie is geweldig voor het maken van web-graphics, maar kan verschrikkelijk lelijke resultaten opleveren wanneer je het afdrukt. Ook moet deze optie niet gebruiken als je het omzet naar een zwart-wit plaate (maar grijswaarden kunnen wel). De normale kwaliteits-modues is veiliger omdat het geëporteerde plaatje exact is aan de afbeelding op het scherm.

Terug naar boven

Macro's

Het maken van macro's is misschien wel het meest krachtige onderdeel van KSEG. Een macro lijkt op een gewone KSEG-tekening, alleen kan de constructie opnieuw afgespeeld worden in een andere tekening of macro. Om te beginnen een eenvoudig voorbeeld:

Stap voor stap voorbeeld: Omgeschreven cirkel

Dit voorbeeld zal je begeleiden bij het maken van een cirkel door drie gegeven punten. Zie ook circumcircle.sec in de examples-map van de KSEG-tarball.
  1. Maak een nieuwe macro met "Bestand/Nieuwe macro".
  2. Construeer drie punten A, B en C. Deze punten representateren de punten die gegeven worden aan de macro.
  3. Selecteer A, B en C en markeer ze als gegeven door naar "Macro/Markeer als gegeven". Dit laat KSEG weten dat deze punten gegeven moeten zijn wanneer de macro later afgespeeld zal worden.
  4. Construeer de lijnstukken AB en BC met hun middelpunten D en E.
  5. Construeer een loodrechte lijn op AB door D en een loodrechte lijn op BC door E. Construeer vervolgens het punt F op het snijpunt van de twee loodlijnen.
  6. Construeer nu een cirkel met middelpunt F en die door punt A gaat. Dit is de cirkel zoals we die willen hebben.
  7. Selecteer nu alle objecten behalve de cirkel en de drie gegeven punten A, B en C. Ga naar "Bewerken/Verberg objecten" om de geselecteerde objecten te verbergen. Dit is omdat we bij het afspelen niet willen hebben dat het scherm vol extra lijnen komt te zitten, we willen enkel dat de cirkel in beeld zal komen.
  8. Dat was het! Test de macro door een nieuwe tekening te openen ("Bestand/Nieuwe tekening"), en door drie vrije punten te tekenen. Ga naar "Speel af/Naamloos" (er van uitgaande dat je macro niet opgeslagen is). De omgescreven cirkel zal plotseling op het scherm verschijnen!

Niet-recursieve macro's

De grootste kracht van macro's is te danken aan het feit dat ze recursief kunnen zijn. Niet-recursieve macro's zijn daarom erg eenvoudig. Het voorbeeld hierboven omvat ongeveer alle aspecten van zo'n macro. Hier volgen nog enkele details (die ook van toepassing zijn bij recursieve macro's):

Recursieve macro's

De leukste manier om macro's te gebruiken is om ze automatisch te laten herhalen. Dit maakt het mogelijk om fractals te maken, maar ook om bepaalde macro's meerdere keren uit te voeren. Voor een eenvoudig voorbeeld verwijs ik naar tractix.sec, voor een meer geavanceerde macro verwijs ik naar dragon.sec (maakt een drakenfractal).

Een macro kan herhaald worden door er een lus van 'objecten' in te stoppen (het zijn in werkelijkheid geen geometrische objecten, maar doen alsof). Om een lus te maken, selecteer enkele objecten die overeenkomen met de gegeven objecten en ga naar "Macro/Herhaal". Een lus vertelt KSEG dat de constructie herhaald moet worden nadat het is uitgevoerd, waarbij de resulterende objecten doorgegeven worden als gegeven objecten. Dit kan oneindig doorgaan, maar om dat te voorkomen vraagt KSEG van tevoren hoe vaak de herhaling uitgevoerd moet worden. Wees echter voorzichtig, als je meer dan één lus hebt in een macro, zal het aantal objecten dat KSEG aanmaakt exponentieel toenemen. In andere woorden, houd het aantal herhalingen zo laag mogelijk. Op mijn oude 350 MHz-systeem, kan KSEG zo'n 100000 objecten normaal afhandelen. Dit zal waarschijnlijk genoeg voor iedere toepassing die je maar kan bedenken.

Houd er rekening mee dat wanneer je een lus in een macro aanbrengt, de gegeven objecten vast staan (je kan geen nieuwe objecten meer markeren als gegeven, gegeven objecten kunnen niet meer normale objecten worden en het verwijderen van een gegeven object verwijdert de lus). Dit is allemaal om te voorkomen dat een lus ongeldig is. Om de gegeven objecten toch te kunnen wijzigen moet de lus eerst verwijderd worden.

Je kan objecten in een recursieve macro als "Definitief" of als "Initieel" markeren. Definitieve objecten zijn vanzelfsprekend: ze worden alleen geconstrueerd op de maximale recursieve diepte. Dit is gemakkelijk voor veel toepassingen, vooral voor fractals die alleen het hoogste detailniveau laten zien (zie dragon.sec of sierp2.sec). Kind-objecten van definitieve objecten worden ook gemarkeerd als "(Definitief)" in de lijst.

Initiële objecten zijn complex. Het is niet zo verschrikkelijk krachtig, maar het geeft genoeg vreemde effecten om het erg moeilijk te maken om het te kunnen volgen. Een initieel object wordt maar één keer geconstrueerd (op het hoogste niveau van de recursie-diepte). Alle kind-objecten van een initieel object worden automatisch met "(initieel)" gemarkeerd in de lijst. Om een goed beeld van een initieel object te krijgen moet je eens kijken naar sierp.sec. Speel het eerst normaal af om te zien wat er gebeurt. Plaats daarna in de macro een punt P op lijnstuk s_9 en construeer lijn PC. Speel het opnieuw af en aanschouw het effect. Dit type objecten kunnen gebruikt worden om geheugen te besparen of vanwege hun vreemde effecten.

KSEG doet zijn best om ongeldige en zinloze constructies met gegeven, definitieve en initiële objecten te voorkomen. Bijvoorbeeld dat een definitief object gegeven of initiële objecten als kind-object heeft. Het is niet altijd even duidelijk wat het allemaal doet, maar meestal zal het wel kloppen. Als je een geval tegenkomt dat het niet klopt, stuur me dan een e-mail. Voeg de juiste macro bij en geef een omschrijving van de handelingen die de constructie ongeldig maken.

Terug naar boven

Vertaling door Bram Schoenmakers.

Ilya Baran
ibaran@mit.edu
http://www.mit.edu/~ibaran/