De PRINTER Omgevings Variabelenprinting!PRINTER environment variable PRINTER environment variable Alle commando's in het Linux afdruksysteem accepteren de -P optie. Deze optie staat de gebruiker toe om aan te geven welke printer voor uitvoer te gebruiken. Als een gebruiker niet aangeeft welke printer te gebruiken, dan zal als uitvoerapparaat uit worden gegaan van de standaardprinter.In plaats van het iedere keer aangeven van de printer die moet worden gebruikt als je iets afdrukt, kun je de omgevingsvariabele PRINTER instellen op de naam van de printer die je wilt gebruiken. Dit wordt op verschillende manieren voor iedere shell bereikt. Voor bash kun je dit doen met$ PRINTER="printer_name"; export PRINTERen voor csh, kun je dit doen met% setenv PRINTER "printer_name"Deze commando's kunnen in je login scripts worden gezet (.profile voor bash, of .cshrc voor csh), of aangeroepen vanaf de commandoregel. (Zie bash(1) en csh(1) voor meer informatie over omgevingsvariabelen).