Applicaties installeren Ten eerste: het installeren van packages is het werk van root. De meeste
Linux applicaties worden als .tar.gz archief gedistribueerd, die
vaak bestaat uit een directory met waarschijnlijk de naam pkgname/,
waarin de bestanden en/of subdirectory's staan. Het is een goede gewoonte
om deze packages vanuit de directory /usr/local te installeren met
het commando:# tar zxf <archive.tar.gz>en het README of INSTALL bestand te lezen. In de meeste gevallen worden
de bronbestanden van de applicatie gedistribueerd, wat inhoudt dat je het moet
compileren om de uitvoerbare bestanden aan te maken;
vaak is het al voldoende om make en daarna make install in
te tikken. Uiteraard heb je hiervoor de gcc of g++
compiler nodig.Andere archieven moeten worden uitgepakt vanuit /; dit is het
geval met de .tgz archieven van Slackware.
In andere archieven bevinden zich bestanden, maar dan zonder subdirectory
- pas op dat je de boel niet verknoeit!
Bekijk altijd de inhoud van het archief voordat je het installeert.De Debian en Red Hat distributies hebben hun eigen archief formaat;
respectievelijk, .deb en .rpm. De laatste wint een brede
acceptatie; om een .rpm package te installeren, tik je in:# rpm -i package.rpm