Aanraakscherm apparaten worden geconfigureerd in de Xinput sectie in het XF86Config bestand (meestal is dit /etc/X11/XF86Config of /etc/XF86Config). Controleer als eerste of de modules voor de device driver voorkomen. Ze zijn te vinden in /usr/X11R6/lib/modules/ (de modules voor de hierboven genoemde apparaten zijn xf86Elo.so en xf86MuTouch.so). Kijk nu in XF86Config. Er zou een sectie in voor moeten komen zoals:
Section "Files" ... ModulePath "/usr/X11R6/lib/modules" ... EndSection
Om de module door de X-server geladen te krijgen, moet er een sectie voorkomen zoals de volgende:
Section "Module" Load "xf86Elo.so" EndSection
Nu het lastiger deel. X heeft voor het device een aantal paramaters nodig. De sectie hiervoor ziet er ongeveer zo uit (zie "man XF86Config" voor meer details):
Section "Xinput" SubSection "Elographics" #het record voor een MicroTouch device zou zijn: SubSection "MicrotouchFinger" Port "/dev/ttyS1" # voor een device aangesloten op de 2e serile poort DeviceName "TouchScreen" #zou iedere ondubbelzinnige naam kunnen zijn MinimumXPosition 300 MaximumXPosition 3700 MinimumYPosition 300 MaximumYPosition 3700 UntouchDelay 10 #niet ondersteund met MuTouch ReportDelay 10 #niet ondersteund met MuTouch AlwaysCore #activeert het device bij het opstarten EndSubSection EndSection
De waarden voor de velden MinimumXPosition enz. zijn natuurlijk specifiek voor de setup van de hardware (d.w.z. zijn afhankelijk van de positie van het aanraakscherm relatief t.o.v de monitor). De waarden bepalen waar de punten (0,0) en (xmax,ymax) van je monitor (xmax en ymax zijn afhankelijk van de gekozen resolutie voor de Xserver, zoals 1024x768) op het aanraakscherm zijn ingedeeld. De device driver leest deze waarden in en interpoleert de andere coördinaten. Ter illustratie:
--------gebied van het aanraakscherm------------ I I I ########zichtbaar monitor gebied########## I I #x # I I # (0,0) # I I # (MinimumXPosition,MinimumYPosition) # I I # # I I # # I I # # I I # # I I # # I I # # I I # # I I # (MaximumXPosition,MaximumYPosition)# I I # (xmax,ymax)# I I # x# I I ########################################## I I I ------------------------------------------------
Deze indeling kan worden verkregen door uitproberen of door het lezen van de uitvoer van het device (hiervoor is wat seriële poortprogrammering nodig, zie "De Linux Serial Programming HOWTO"). Voor de typen EloTouch en MicroTouch bestaat een rudimentair calibratie hulpmiddel (geschreven door de auteur van dit document, het is te vinden op ftp://metalab.unc.edu/pub/linux/X11/xutils/touchcal-0.1.tar.gz).