De installatiedisk bootenDe eerste stap bestaat uit het opstarten met de bootdisk die je hebt
aangemaakt.
Normaal gesproken zul je op kunnen starten zonder gegevens in te voeren;
boot-prompt van de kernel zal zichzelf na 10 seconden vervangen.
Zo boot je normaal gesproken vanaf een IDE-disk.Door argumenten na de kernelnaam op te geven, kun je verscheidene
hardware-parameters specificeren, zoals de IRQ en het adres van
je SCSI- of drivegeometrie, voor het booten van de Linux kernel.
Dit kan nodig zijn als Linux bijvoorbeeld je SCSI-controller of
geometrie van de harddrive niet herkent.In het bijzonder vereisen vele BIOS-loze SCSI controllers dat je
het poort-adres en IRQ tijdens de systeemstart opgeeft.
Bovendien slaan IBM PS/1, ThinkPad, en ValuePoint computer-drivegeometrie
niet op in de CMOS, en moet je deze gegevens daarom tijdens de systeemstart
opgegeven.
(Op een later tijdstip, zul je in staat zijn om je produktiesysteem
zodanig te configureren dat het dergelijke parameters zelf toevoegt).Bekijk de meldingen als het systeem boot. Ze zullen de hardware die je Linux
installatie detecteert opsommen en beschrijven. In 't bijzonder, zou je een
opsomming moeten zien van de gedetecteerde SCSI-hosts, als je een SCSI-
controller hebt. Als je de meldingSCSI: 0 hostsziet, dan werd je SCSI controller niet gedetecteerd, en zal je uit moeten
zoeken, hoe je de kernel kunt laten weten waar 't te vinden is.Het systeem zal ook informatie weergeven over de gedetecteerde drive-
partities en apparaten. Als iets aan deze informatie niet juist is,
of ontbreekt, zul je het detecteren van je hardware moeten forceren.Als aan de andere kant alles goed gaat en het erop lijkt dat je hardware
wordt gedetecteerd, kun je naar de volgende sectie aan,
``Het laden van de root-disk.''Om het detecteren van de hardware te forceren, zal je met behulp van de
volgende syntax de juiste parameters achter de boot-prompt in moeten voeren:linux <parameters...>Er zijn een aantal van dergelijke parameters beschikbaar; we sommen een
aantal van de meest gebruikelijke hieronder op.
Moderne Linux-bootdisks zullen je, vaak voordat je opstart, de optie geven
om helpschermen te bekijken die de kernel-parameters beschrijven.hd=cylinders,heads,sectoren Specificeer de drive-geometrie.
Vereist voor systemen zoals de IBM PS/1, ValuePoint, en ThinkPad.
Als je drive bijvoorbeeld 683 cylinders, 16 heads, en 32 sectoren per
spoor heeft, vul je in
linux hd=683,16,32tmc8xx=memaddr,irq Specificeer adres en IRQ voor BIOS-loze
Future Domain TMC-8xx SCSI controller. Bijvoorbeeld,
linux tmc8xx=0xca000,5
Het voorvoegsel 0x moet worden gebruikt vóór
alle hex waardes die worden opgegeven.
Dit geldt voor alle volgende opties.st0x=memaddr,irq Specificeer adres en IRQ voor
BIOS-loze Seagate ST02 controller.t128=memaddr,irq Specificeer adres en IRQ voor
BIOS-loze Trantor T128B controller.ncr5380=port,irq,dma Specificeer poort, IRQ, en DMA
kanaal voor algemene NCR5380 controller.aha152x=port,irq,scsi_id,1 Specificeer poort, IRQ, en
SCSI ID voor BIOS-loze AIC-6260 controllers. Dit is inclusief de Adaptec
1510, 152x, en Soundblaster-SCSI controllers.Als je vragen over deze boot-time opties hebt, lees dan alsjeblieft
de Linux SCSI HOWTO door, deze zou op ieder Linux FTP archief
beschikbaar moeten zijn
(of vanwaar je dit document hebt verkregen).
De SCSI HOWTO legt Linux SCSI compatibiliteit gedetailleerder
uit.
Het kiezen van een EGA of X installatieOudere Linuxes (waaronder Slackware) gaven je op dit punt een
shell en vereisten dat je de
installatie commando's in een voorgeschreven reeks met de hand invoerde.
Dit is nog steeds mogelijk, maar nieuwere versies
starten een schermgeoriénteerd installatieprogramma op
waarmee je interactief de stappen doorloopt, en je daarbij
veel hulp geven.Je zult waarschijnlijk de optie krijgen om X gelijk proberen te
configureren zodat het installatieprogramma grafisch verder kan.
Als je voor deze weg kiest, zal het installatieprogramma je
vragen stellen over je mouse en monitor type voordat je naar
de eigenlijke installatie gaat. Zodra je je produktie Linux
hebt geïnstalleerd, zullen deze instellingen voor je
worden bewaard. Je zult later in de gelegenheid worden gesteld om je
monitor's performance beter af te stellen, dus in dit stadium
is het verstandig om te beginnen met een basis 640x480 SVGA-mode.X is niet noodzakelijk voor installatie, (er vanuit gaande
dat je voorbij de mouse en monitor configuratie komt), maar veel mensen
vinden de grafische interface gemakkelijker te gebruiken.
En je zult X toch willen installeren, dus het heeft zin om dit al
in een vroeg stadium te proberen.Volg gewoon de aanwijzingen in het programma op. Het leidt je door
de benodigde stappen om je disk voor te bereiden, de eerste gebruikers
accounts aan te maken, en softwarepackages vanaf de CD-ROM te
installeren.In de volgende subsecties zullen we een aantal van de
lastige gebieden in de installatie-reeks beschrijven alsof
je ze met de hand deed. Dit zou je mogelijk kunnen helpen bij
het begrijpen van wat het installatieprogramma doet, en waarom.
Gebruik van fdisk en cfdiskJe eerste installatie stap zal zodra de root-disk Linux is opgestart,
bestaan uit het aanmaken of wijzigen van de partietabellen van
je disks. Zelfs als je FDISK gebruikte om je partities eerder
in te stellen, zul je nu naar de partitie tabel terug moeten en
enige Linux-specifieke informatie in moeten vullen.Om Linux partities aan te maken of te wijzigen, gebruiken we de Linux
versie van het fdisk programma, of de schermgeoriénteerde
variant cfdisk.Gewoonlijk zal het installatieprogramma zoeken naar een reeds
bestaande
partitietabel en je aanbieden om fdisk of cfdisk voor je
op te starten. Van de twee is cfdisk beslist gemakkelijker in
het gebruik, maar huidige versies ervan zijn ook minder tolerant ten
aanzien van een niet bestaande of beschadigde partitietabel.Daarom kan het zijn (vooral als je op ongebruike hardware
installeert) dat je constateert dat je met fdisk moet beginnen
om in een zodanige situatie te geraken dat
cfdisk ermee om kan gaan. Probeer cfdisk op te starten;
als het klaagt, start je fdisk op. (Een juiste manier om verder
te gaan als je een systeem opzet met alleen Linux,
en cfdisk klaagt, is om fdisk te gebruiken om alle
bestaande partities te verwijderen en vervolgens cfdisk
opstart om de lege tabel te wijzigen).Een aantal opmerkingen gelden voor zowel fdisk als cfdisk. Beide
nemen als argument, de naam van de drive waar je Linux partities op aan
wilt maken.
Harddrive devicenamen zijn:/dev/hda Eerste IDE drive/dev/hdb Tweede IDE drive/dev/sda Eerste SCSI drive/dev/sdb Tweede SCSI driveOm bijvoorbeeld Linux partities op een eerste SCSI-drive in je systeem
aan te maken, zul je het commandocfdisk /dev/sdagebruiken (of je installatie programma zou het kunnen genereren vanaf een
menukeuze).
Als je fdisk of cfdisk zonder een argument gebruikt, zal het
uitgaan van /dev/hda.Om Linux partities op de tweede drive op je systeem aan te maken,
specificeer je, als je fdisk opstart, eenvoudigweg /dev/hdb
(voor IDE drives) of /dev/sdb (voor SCSI drives).Je Linux-partities hoeven niet allemaal op dezelfde drive voor te komen.
Het zou bijvoorbeeld kunnen dat je een partitie voor je root-bestandssysteem
op /dev/hda aan wilt maken en je swap partitie op /dev/hdb.
Om dit te doen start je voor iedere drive fdisk of cfdisk eenmalig
op.In Linux krijgen partities namen die gebaseerd zijn op de drive aan
welke ze toebehoren. De eerste partitie bijvoorbeeld op
drive /dev/hda is /dev/hda1, de tweede is
/dev/hda2, en zo verder. Als je enkel logische partities
hebt, zijn ze zodanig genummerd dat ze beginnen met
/dev/hda5, /dev/hda6 enz.OPMERKING: Verwijder of maak geen partities aan voor andere
besturingssystemen dan Linux met Linux
fdisk of cfdisk. Dat wil zeggen, verwijder of maak geen
MS-DOS partities aan met deze versie van
fdisk; gebruik in plaats daarvan de FDISK versie van MS-DOS.
Als je een MS-DOS partitie met Linux
fdisk probeert aan te maken, bestaat de kans dat
MS-DOS de partitie niet zal herkennen en niet op de juiste wijze
opgestart kan worden.Hier is een voorbeeld van het gebruik van fdisk. We hebben hier
een enkele MS-DOS partitie met 61693 blokken op de drive, en de rest
van de schijf is vrij voor Linux. (Onder Linux, is een block 1024 bytes.
Dus 61693 blocks is ongeveer 61 megabytes). We zullen
gewoon twee partities in dit voorbeeld aanmaken, een swap en een root.
Je zult dit waarschijnlijk uitbreiden naar vier partities
overeenkomstig de hierboven genoemde aanbevelingen: één
voor het root bestandssysteem, één voor de systeem
software, en een home directory gebied.Eerst gebruiken we het ``p'' commando om de huidige partitie
tabel te tonen.
Zoals je kunt zien, is /dev/hda1 (de eerste partitie
op /dev/hda) een DOS partitie van 61693 blocks.
Command (m for help): p
Disk /dev/hda: 16 heads, 38 sectors, 683 cylinders
Units = cylinders of 608 * 512 bytes
Device Boot Begin Start End Blocks Id System
/dev/hda1 * 1 1 203 61693 6 DOS 16-bit >=32M
Command (m for help):Vervolgens gebruiken we het ``n'' commando om een nieuwe partitie
aan te maken. De Linux root partitie zal 80 meg groot zijn.Command (m for help): n
Command action
e extended
p primary partition (1-4)
pHier wordt ons gevraagd of we een extended of primaire partitie aan willen
maken.
In de meeste gevallen zul je een primaire partitie gebruiken, tenzij
je meer dan vier partities op een drive nodig hebt.
Zie de sectie ``Herpartitioneren'' hierboven, voor meer informatie.Partition number (1-4): 2
First cylinder (204-683): 204
Last cylinder or +size or +sizeM or +sizeK (204-683): +80MDe eerste cylinder zou de cylinder moeten zijn NA die waar de laatste
partitie eindigde.
In dit geval eindigde /dev/hda1 bij
cylinder 203, dus we beginnen de nieuwe partitie op cylinder 204.Zoals je kunt zien, wordt een partitie ter grootte van 80 meg aangegeven,
als we de notatie ``+80M'' gebruiken.
Op vergelijkbare wijze, geeft de notatie ``+80K''
een partitie ter grootte van 80 kilobyte aan, en ``+80'' zou
een 80 byte partitie specificeren.Warning: Linux cannot currently use 33090 sectors of this partitionAls je deze waarschuwing ziet, kun je hem negeren. Het is overgebleven van
een oude beperking dat Linux bestandssystemen slechts 64 meg groot konden
zijn. Dit is echter met de nieuwere bestandssystemen niet meer het
geval...de omvang van partities kunnen nu tot 4 terabytes groot zijn. Vervolgens maken we onze 10 megabyte swap partitie, /dev/hda3.Command (m for help): n
Command action
e extended
p primary partition (1-4)
p
Partition number (1-4): 3
First cylinder (474-683): 474
Last cylinder or +size or +sizeM or +sizeK (474-683): +10MWe tonen nogmaals de inhoud van de partitietabel. Zorg ervoor
dat je de getoonde informatie opschrijft, vooral de grootte
van iedere partitie in blokken. Je hebt deze informatie op een
later tijdstip nog nodig.Command (m for help): p
Disk /dev/hda: 16 heads, 38 sectors, 683 cylinders
Units = cylinders of 608 * 512 bytes
Device Boot Begin Start End Blocks Id System
/dev/hda1 * 1 1 203 61693 6 DOS 16-bit >=32M
/dev/hda2 204 204 473 82080 83 Linux native
/dev/hda3 474 474 507 10336 83 Linux nativeMerk op dat de Linux swap partitie (hier, /dev/hda3) van het
type ``Linux native'' is. We moeten het type van de swap partitie
wijzigen in ``Linux swap'' zodat het installatieprogramma het als
zodanig zal herkennen.
Gebruik hiervoor het fdisk ``t'' commando:Command (m for help): t
Partition number (1-4): 3
Hex code (type L to list codes): 82Als je ``L'' gebruikt om de soort codes te tonen, zul je zien
dat het type 82 correspondeert met Linux swap.Gebruik het ``w'' commando, om uit fdisk te gaan en de
wijzigingen te bewaren naar de partitietabel.
Gebruik het ``q'' commando om uit fdisk te gaan ZONDER
de wijzigingen te bewaren.Nadat je uit fdisk bent gegaan, is het mogelijk dat het systeem
je laat weten dat je je systeem opnieuw dient op te starten, om
er zeker van te zijn dat de wijzigingen effect hebben.
In het algemeen is er geen reden om na het gebruik van
fdisk opnieuw op te starten---moderne versies van fdisk
en cfdisk zijn slim genoeg om de partities zonder opnieuw
opstarten bij te werken.
Na-partitie stappenNadat je de partitietabellen hebt gewijzigd, zou je installatie
programma ernaar moeten kijken en je de mogelijkheid geven om
je swap partitie voor je te activeren.(Hier is een vraag van gemaakt, in plaats van het automatisch te doen,
vanwege de kans dat je een dual-boot systeem draait en één
van je niet-Linux partities op een swap volume zou kunnen lijken).Vervolgens zal het programma je vragen om namen aan de Linux
bestandssystemen (zoals /, /usr, /var, /tmp, /home, /home2, enz.) toe
te kennen aan alle niet-swap partities die je zult gaan gebruiken.Hier is slechts één regel voor. Er moet een
root bestandssysteem zijn, met de naam /, en het moet opstartbaar zijn.
Je kunt je andere Linux partities noemen zoals je wilt.
Maar er zijn een aantal conventies over hoe
je ze benoemt en die het je waarschijnlijk later eenvoudiger zullen maken.Eerder raadde ik een setup van drie partities aan met een
kleine root, een middelgrote systeem-software partitie, en een grote
home-directory partitie. Traditiegetrouw zouden deze /,
/usr, en /home worden genoemd. De tegen-intuïtive `/usr' naam
is een historisch overblijfsel uit de tijd dat (veel kleinere)
Unix-systemen uit systeem- en gebruikers-software
op een enkele niet-root partitie bestonden. Sommige software rekent daarop.Als je meer dan één home-directory gebied hebt, is het
gebruikelijk om deze /home, /home2, /home3, enz. te noemen.
Dit zou aan de orde kunnen zijn als je twee fysieke disks hebt.
Op mijn eigen systeem, bijvoorbeeld, ziet de lay-out er als volgt uit:Filesystem 1024-blocks Used Available Capacity Mounted on
/dev/sda1 30719 22337 6796 77% /
/dev/sda3 595663 327608 237284 58% /usr
/dev/sda4 1371370 1174 1299336 0% /home
/dev/sdb1 1000949 643108 306130 68% /home2De tweede disk (sdb1) is niet geheel voor /home2; de swap
partities op sda en sdb worden in dit overzicht niet getoond.
Maar je kunt wel zien dat /home het grote vrije gebied op
sda is en /home2 het gebruikersgebied van sdb.Als je een partitie voor variabele gegegevens, spool,
tijdelijke, mail, en news bestanden aan wilt maken, noem het dan /var.
Anders zul je waarschijnlijk een /usr/var aan willen maken en
een symbolische koppeling met de naam /var aanmaken, die ernaar verwijst.
(het kan zijn dat het installatie programma
je de mogelijkheid geeft om dit voor je te doen).