TCP en IPOm te begrijpen hoe meerdere-pakket transmissies worden afgehandeld,
is het nodig dat je weet dat het Internet in werkelijkheid twee
protocollen gebruikt, de één bovenop de ander gestapeld.Het lagere niveau, IP (Internet Protocol), weet hoe het
individuele pakketjes vanaf een bron-adres naar een doel-adres moet
krijgen (daarom worden ze IP-adressen genoemd).
IP is echter niet betrouwbaar; als een
pakketje verdwaalt of zoekraakt, kan het zijn dat de
bron- en bestemmingsmachine dit nooit zullen weten.
In netwerkjargon, is IP een connectieloos protocol; de
zender stuurt gewoon een pakket naar de ontvanger en verwacht geen
bevestiging.Hoe dan ook, IP is snel en goedkoop. Soms is snel, goedkoop en
onbetrouwbaar OK. Als je via een netwerk Doom of Quake speelt, stelt iedere
kogel een IP-pakketje voor. Als een aantal daarvan verdwaald raken, is dat OK.Het bovenste niveau, TCP (Transmission Control Protocol),
geeft je betrouwbaarheid. Als twee computers een TCP connectie tot
stand brengen (wat ze doen door gebruik te maken van IP), weet
de ontvanger dat het bevestigingen van de pakketjes die het ziet naar de zender
moet terugsturen. Als de zender geen bevestiging te
zien krijgt binnen een bepaalde pauzeperiode voor een pakketje,
zendt het dat pakketje opnieuw. Verder geeft de zender ieder TCP pakket
een opeenvolgend
nummer, welke de ontvanger kan gebruiken om je pakketjes weer samen te voegen
voor het geval ze niet in de juiste volgorde verschijnen.
(Dit kan gebeuren als netwerkkoppelingen gedurende een verbinding
worden verbroken of hersteld).TCP/IP pakketjes bevatten ook een controle-totaal om detectie te activeren
van gegevens die door slechte links zijn beschadigd.
Dus vanuit het gezichtspunt van iemand die
TCP/IP en name-servers gebruikt, lijkt het een betrouwbare manier
om stromen bytes tussen hostname/service-nummer paren door te geven.
Mensen die zich bezig houden met het schrijven van netwerkprotocollen
hoeven zich bijna nooit bezig te houden met het verpakken van informatie
in pakketjes, het weer samenvoegen van pakketjes, foutencontrole,
controleren van totalen, en herverzending dat op dat niveau plaatsvindt.